Het beleid betreffende permanent wonen op een camping
In 1993 keurde de Vlaamse regering een decreet betreffende campings goed. Daarin formuleerden de ministers dat de “openlucht recreatieve verblijven” (“Thematisch overleg. Permanent wonen op toeristische terreinen.”, z.d., p.113) terug moesten gebracht worden naar hun originele status. Dit hield onder meer in dat tegen het einde van 1999 niemand meer permanent mocht wonen op een camping. Het betreft een deadline die later niet haalbaar bleek te zijn waardoor het permanent wonen op een camping werd toegelaten tot eind 2005, indien werd voldaan aan de vooropgestelde voorwaarden. In 2004 werd het decreet opnieuw gewijzigd. Het permanent verblijven op een camping werd dan ook mogelijk gemaakt na 31 december 2005 indien de bewoner er zijn hoofdverblijfplaats had voor 1 januari 2001 en dit zolang er geen andere gepaste oplossing werd gevonden. (“Thematisch overleg. Permanent wonen op toeristische terreinen.” z.d.)
Daarnaast is er ook nog de “Vlaamse Wooncode” (Couckuyt & Joos, z.d., p.9). Deze bevat een aantal eisen en regels met betrekking tot een behoorlijke huisvesting. Zo werd er in 2001 in deze code vermeld dat een woonwagen een aanvaardbare en goede huisvesting is. Woonwagen wordt hierbij beschouwd als een containerbegrip en gaat onder meer over een stacaravan, een kermiswagen of een rijcaravan. (Couckuyt & Joos, z.d.)
Projecten
Het decreet betreffende de campings uit 1993 was voor vele permanente campingbewoners een ramp. Indien zij effectief de campings hadden moeten verlaten voor 1999 dan werd “een sociaal bloedbad” (Donné, De Mesaeker & Masquillier, september 2012, p.33) verwacht. Om dat te vermijden werden er een aantal projecten opgezet waaronder in de gemeenten Zemst en Boortmeerbeek. (Donné, et al., september 2012)
Boortmeerbeek
In Boortmeerbeek werd een project uitgewerkt waar permanent wonen op een camping mogelijk werd gemaakt onder de noemer “sociaal buitenwonen”. (Donné, et al., september 2012, p. 71)Daarbij kocht de gemeente Boortmeerbeek een camping terrein aan, namelijk “Camping Floreal I” (Donné, et al., september 2012, p. 72). Het was voornamelijk voorzien voor minder rijke mensen die er voor een onbepaalde periode terecht konden tegen een goed, betaalbaar tarief. De bewoners op deze camping worden bovendien ook begeleid door een maatschappelijk werker. (Donné, et al., september 2012) In 2007 werd het project ook toegepast op drie andere terreinen in Boortmeerbeek. ("Permanent wonen op campings mag onder bepaalde voorwaarden", 18 oktober 2007).
Zemst

Voor- en nadelen
Aan het wonen op een camping zijn verder een aantal voordelen verbonden. Zo geven campingbewoners aan dat er op een camping vaak een goed sociaal netwerk is. Eerst en vooral doordat ze de mogelijkheid hebben om heel dicht bij hun familie te verblijven, indien zij ook in een woonwagen wonen. Verder is volgens hen ook een goed en nauw contact met de andere bewoners mogelijk. Ze ervaren daarnaast ook veel vrijheid omdat ze zelf kunnen beslissen wanneer ze het terrein verlaten doordat hun woning zo verplaatsbaar is. Wanneer ze bovendien een huis vergelijken met een woonwagen komen vele tot de vaststelling dat een woonwagen gezelliger en eenvoudiger te onderhouden is maar ook een kleinere woonkost met zich meebrengt. (Couckuyt & Joos, z.d.)
Naast de vele voordelen zijn er ook nadelen verbonden aan het wonen op een camping. Eerst en vooral hebben vele mensen uit de maatschappij heel wat vooroordelen ten aanzien van de campingbewoners. Daarbij hanteren ze vaak een norm betreffende een goede, normale woning waaraan een woonwagen en dergelijke niet voldoet. Vaak leidt het tot een vorm van stigmatisering. (“Thematisch overleg. Permanent wonen op toeristische terreinen.” z.d.) Ten tweede zijn vele terreinen niet aangepast aan langdurig en intensief gebruik waardoor de bewoners worden geconfronteerd met heel wat problemen. Het gaat hierbij om problemen met betrekking tot de aansluiting op de riolering, de water- en energietoevoer, de verzekering en de postbedeling. (“Deel 1: recht op wonen. III Alternatieve woonvormen: meer dan een huis, een thuis.”, z.d.) Tot slot geven sommige campingbewoners ook aan dat het in de winter redelijk koud is in hun woonwagen omwille van de beperkte isolatie. (Donné, et al., september 2012)
Concrete aanpak in Antwerpen
Dergelijke projecten als in Zemst en Boortmeerbeek kunnen volgens ons ook gerealiseerd worden in Antwerpen. Onze mening is dat dit mogelijk is op het veld genaamd Konijnenwei, gelegen aan de Singel en naast het nieuw justitiepaleis in Antwerpen Zuid. Het is een veld waarop zich een speeltuin bevindt die amper gebruikt wordt en waarop één maal per jaar een festival plaats vindt. Verder is het misschien ook mogelijk om bestaande campings in Antwerpen uit te breiden of aan te passen. Hierbij denken we bijvoorbeeld aan de camping De Molen met adres jachthaven 6 te Antwerpen.
Bij de inrichting tot een permanente camping van bijvoorbeeld de Konijnenwei moeten er wel een aantal aandachtspunten in het achterhoofd worden gehouden. Zo moet het terrein eerst en vooral de juiste bestemming krijgen. Hiervoor kan best contact opgenomen worden met de desbetreffende dienst van stadsbestuur en dient een ruimtelijk uitvoeringsplan goedgekeurd te worden. Verder moeten er ook nutsvoorzieningen zijn zoals gas, elektriciteit en water. Hiervoor moet contact worden opgenomen met een energiemaatschappij. Daarnaast moet er ook sanitair worden voorzien voor de campingbewoners. Niet elke woonwagen of caravan heeft namelijk een douche en een toilet. Er moet verder ook een wasserette aanwezig zijn. We raden aan om op bestaande campings te gaan kijken hoe het daar werd gerealiseerd alvorens dit te realiseren. Het is ook belangrijk om na te gaan wat de voor- en nadelen zijn van de verschillende systemen die er op de markt bestaan betreffende sanitair. Tot slot moet er bij de inrichting ook aandacht zijn voor de brandveiligheid en moet er een goede toegankelijkheid van hulpdiensten worden gegarandeerd. Hierbij kan volgens ons ook contact worden opgenomen met de stad Antwerpen en de brandweer.
Tot slot vinden we het ook belangrijk dat er een begeleider aanwezig is op de campings die toeziet op de woonkwaliteit van de verschillende bewoners. Het betreft een begeleider die volgens ons regelmatig en veelvuldig contact moet hebben met alle bewoners waardoor een vertrouwensrelatie ontstaat. Hierdoor moet het mogelijk worden om de problemen die de bewoners treffen makkelijker bespreekbaar te maken. Nadat de verschillende problemen werden opgemerkt en besproken, moet de begeleider samen met de bewoner stappen ondernemen om deze problemen aan te pakken en op te lossen. Het gaat dus om een begeleider die er voor moet zorgen dat alle bewoners een goede standaard op vlak van wonen bereiken en kunnen behouden.
Door de projecten uit Zemst en Boortmeerbeek toe te passen in de Stad Antwerpen wordt het aanbod op de huisvestingsmarkt vergroot in deze stad. Hierdoor daalt mogelijk de huurprijs die wordt gevraagd voor woningen op de private markt, daalt de aankoopprijs van een woning en nemen de wachtlijsten bij de sociale huisvesting af.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten